dinsdag 15 december 2015

Kerststol

Dit recept mag rond deze tijd van het jaar wat mij betreft niet ontbreken: een klassieke kerststol. Ik heb verschillende recepten bekeken en er verder mijn eigen draai aan gegeven. Resultaat: een brood vol smaak, met rozijnen, abrikozen, vanille, heerlijk smeuïg amandelspijs... Deze mag niet missen bij het kerstontbijt! Trouwens, excuses voor de niet zo mooie foto's van het bakken, maar het was avond toen ik het brood maakte, dus het licht was slecht...



























  



Wat heb je nodig voor een stol van zo'n 850 gram?
  • 80 gram roomboter
  • 190 gram bloem
  • 0,25 theelepel zout
  • 0,5 theelepel speculaaskruiden
  • 1 vanillestokje
  • 1,5 eetlepel witte basterdsuiker
  • 0,5 citroen
  • Ruim een half zakje gedroogde gist (zo'n 5 à 6 gram).
  • 1 ei
  • 75 ml melk, lauwwarm
  • 125 gram rozijnen
  • 75 gram gedroogde abrikozen
  • Scheut amaretto
  • 25 gram amandelen
  • 175 gram amandelspijs:
    • 85 gram blanke amandelen
    • 85 gram kristalsuiker
    • 1 eiwit (als het een heel groot ei is, kun je wat minder gebruiken)
    • Sap van een halve citroen
    • Snufje kaneel

Wat moet je doen?

Stap 1: we beginnen met de vulling. Snijd de abrikozen in kleine stukjes en doe die met de rozijnen in een kom. Doe hierbij een flinke scheut amaretto, en vul dit aan met lauw water, tot het fruit net onderstaat. Laat dit tot gebruik wellen. Hak de amandelen in grove stukken en zet ook aan de kant.

Stap 2: doe de gist in de lauwwarme melk. Laat dit even staan. Smelt 40 gram van de boter. Doe de bloem met het zout, de speculaaskruiden, het vanillemerg en de basterdsuiker in een kom en meng door elkaar. Was de citroen goed en rasp de schil boven het bloemmengsel. Maak een kuiltje in het midden en voeg het ei, de gesmolten boter en het melk-gist mengsel toe. Roer dit met een lepel door elkaar, tot een kleverige, taaie massa ontstaat. Bestuif dan een werkblad met bloem en kneed verder met de hand. Het mengsel lijkt heel plakkerig, maar dit wordt tijdens het kneden steeds minder. Voeg als het nodig is wat extra bloem toe. Kneed het deeg, zo'n 10 minuten, goed door. Als het een glad, elastisch, soepel deeg is, maak je er een mooie bol van en leg je deze in een met boter ingevette kom. Smeer ook over de bovenkant van het deeg wat boter. Dek het af met plasticfolie en laat op een warme plaats 45 minuten rijzen, of tot het deeg in volume verdubbeld is.






























Stap 3: terwijl het deeg staat te rijzen, gaan we het amandelspijs maken. Maal hiervoor de blanke amandelen helemaal fijn. Voeg de kristalsuiker, het eiwit, het citroensap en een flinke snuf kaneel toe en meng tot het de structuur van amandelspijs heeft. Voeg als het wat te vochtig is eventueel nog wat extra gemalen amandelen en suiker toe. Maak er een rol van en leg tot gebruik even in de koelkast.

Stap 4: giet het vocht van het gedroogde fruit af, en laat het fruit even goed uitlekken. Dep eventueel een beetje droog met keukenpapier. Bestuif je werkblad weer met bloem en stort het gerezen deeg hierop. Druk de lucht er uit en maak er een lap van. Verdeel hier de vulling (het gedroogde fruit en de gehakte amandelen) over en kneed dit erdoorheen. Voeg eventueel nog wat extra bloem toe, als het deeg te plakkerig wordt door het vocht uit het fruit. Kneed tot de vulling gelijkmatig door het deeg verdeeld is. Maak een ovale lap van het deeg en leg hem in de breedte voor je. Neem een deegroller en rol het deeg vanuit het midden wat verder uit, zodat de twee lange buitenste randen dikker worden. Neem het amandelspijs en maak de rol net zolang als je deeg. Leg hem in het midden op het deeg en vouw één uiteinde van het deeg eroverheen, zodat de twee dikke stukken op elkaar komen. Druk het deeg goed dicht in de 'geul' tussen het amandelspijs en de twee dikke stukken (oké, dit klinkt vaag, maar ik hoop dat de foto wat meer duidelijk maakt!). Leg de stol op een met bakpapier beklede bakplaat, dek af met een vochtige theedoek en laat weer 45 minuten rijzen op een warme plaats.































Stap 5: verwarm de oven voor op 190 °C. Smelt 20 gram van de overige roomboter en smeer de stol hiermee in. Bak de stol in zo'n 25-30 minuten goudbruin en gaar. (Bij mij was hij in 28 minuten perfect gaar). Tip: als je op het brood klopt, en het klinkt hol, is hij gaar. Houd in de gaten of de stol niet te donker wordt, dek hem zo nodig af met aluminiumfolie. Het fruit wat aan de bovenkant uit het deeg steekt zal waarschijnlijk wel een beetje verbranden, maar dat kun je er na het bakken eventueel makkelijk afhalen. Leg de stol na het bakken op een rooster. Smelt de laatste 20 gram boter en besmeer de stol hiermee. Dit zorgt ervoor dat de stol minder snel uitdroogt, dat hij mooi gaat glimmen en dat de poedersuiker beter blijft zitten. Bestrooi voor het serveren met een royale laag poedersuiker.

Enjoy!






1 opmerking: